Wit speelt van onder naar boven.
Probeer de kroonschijf (3 voor
zwart en 48 voor wit) zo lang mogelijk op de achterste
lijn te laten staan. Met deze schijf heb je de meeste
speelruimte om je linker- of rechtervleugel te versterken
wanneer dat nodig is. |
Probeer de schijven goed te
verdelen over het bord, dus niet alle schijven aan de
randen.
Wit heeft de schijven minder goed verdeeld dan zwart. |
Tel de schijven in 3 zones: de
meest linkse 3 kolommen, de middelste 4 kolommen en de
meest rechtse 3 kolommen. Als je tegenstander bijv. in de
rechter 3 kolommen 2 schijven meer heeft, moet je
proberen zelf daar ook 1 of 2 extra schijven naar toe te
spelen of naar toe te ruilen. |
Zorg
dat je altijd kunt afruilen als dat nodig is. Het kan je
laatste mogelijkheid zijn zoals hiernaast is te zien. |
Stenen
aan de rand van het bord kunnen het best worden geplaatst
in een hele hekstelling (zie links) of een halve
hekstelling (zie rechts). Dit geeft vaak goede
mogelijkheden voor slagzetjes. |
Probeer
op het bord zo mogelijk steeds 3 stenen achter elkaar te
zetten. Dit geeft goede aanvalsmogelijkheden, maar geeft
ook zonodig goede verdedigingsmogelijkheden omdat er kan
worden afgeruild. |
De belangrijkste
remiseregels zijn: - een eindspel met 1 dam tegen 3
stukken waaronder 1 dam is remise als beide kleuren 16
zetten hebben gedaan (art. 9.2, 1e punt).
- een eindspel met 1 dam tegen 2 stukken waaronder een
dam is remise als beide kleuren 5 zetten hebben gedaan
(art. 9.2, 2e punt).
- herhaling van zetten: als 3 keer achter elkaar
dezelfde stand op het bord komt te staan, dan is de
partij remise (art. 13.3a en 13.3b).
- als beide kleuren 25 zetten hebben gedaan zonder dat
er een stuk is geslagen of een schijf is verplaatst (art.
13.3c).
|
Bij een schooldamtoernooi
heb je 20 minuten per persoon per partij. Om deze tijd
bij te houden wordt een damklok gebruikt. Denk er aan
na elke zet de klok in te drukken. Als je tegenstander
heel lang nadenkt, controleer dan even of soms je eigen
klok nog loopt.
Gebruik je tijd goed, zet niet te snel. Kijk altijd
even of je misschien een nog betere zet ziet. Bovendien
is 20 minuten behoorlijk veel tijd.
Denk ook goed na in de tijd van je tegenstander.
Als de tijd bijna op is, is het soms slimmer om maar
remise (gelijkspel) aan te bieden. Het is beter 1 punt te
krijgen, dan 0 punten.
|
In deze
stand van 1 dam met 1 schijf voor wit en 1 dam met 2
schijven voor zwart is het voor wit het beste om de
schijf meteen weg te geven en zo remise af te dwingen.
Anders bestaat het gevaar dat zwart er een slagje mee uit
haalt en wit nog verliest. Daarom: Neem genoegen met
remise als je niet meer kunt winnen. Voorkom dat je door
een domme fout toch nog verliest.
|
Een
vaak voorkomend "handig" slagje is de hielslag. |
Een
ander vaak voorkomende slag is de "bomzet". In
deze stand kan wit deze zet er uit halen. |
Soms is
het beter niet te zuinig te zijn op je stenen. In deze
stand kun je door 1 schijf te weg te geven (ook wel
offeren genoemd), meteen doorlopen naar dam. |
De
lange lijn is belangrijk om met 1 dam 2 stenen te kunnen
blokkeren. De stenen kunnen niet doorlopen naar de
damlijn. |
Als je
een dam hebt veroverd, is het ook belangrijk deze te
houden. Je tegenstander zal proberen je dam af te pakken.
Als het kan moet je proberen je dam af te schermen door
er een steen voor te zetten. |
"De regel van de vierde
lijn" zegt dat in deze stand met wit aan zet, wit
gaat winnen. Als echter zwart aan zet is, dan kan zwart
nog net remise halen.
|
In een
eindspel met 1, 2 of 3 stenen is het soms mogelijk te
winnen door "oppositie". De stenen komen
precies tegenover elkaar te staan. In deze stand is wit
aan zet en wint. |
Met een
dam kun je een steen opjagen. Door 2 keer achter de steen
aan te jagen, kun je deze veroveren. |
Achterlopen
is altijd gevaarlijk. Kijk eerst goed uit of het mag. In
deze stand is achterlopen van zwart fout. Wit heeft nu
een vrije zet en kan met behulp van het Zetje van Weiss
een dam halen. |
Ken je damvangstellingen uit het
hoofd. In een stand van 4 dammen tegen 1 dam moet je
altijd kunnen winnen (als er nog tijd genoeg is). Dam
vangen op de hoofdlijn.
|
Dam vangen op de trik-trak-lijn. |
Dam vangen aan de rand. |
Dam vangen op de hoofdlijn op
een andere manier. |